Sénégal 11 – 25 januari 2003
In zes uur tijd vlieg je vanuit Nederland naar Dakar, de hoofdstad van Sénégal. Je treed een geheel andere wereld binnen als je op de meest westelijke punt van het Afrikaanse vasteland aankomt. Een wereld met andere gevoelens, ideeën en gebruiken. Een wereld van mysterieuze krachten en van een andere tijd. Afrika wordt in de westerse media vooral afgeschilderd als een continent vol ellende: oorlogen, honger en ziekten. Senegal heeft álles in zich om de andere kant van Afrika te laten zien!
Ga je (in gedachten) mee op reis?
Op 11 januari ontmoet de groep elkaar op Schiphol. We zijn met 20 volwassenen en 1 kind (18 uit Nederland, 3 uit Canada). Twee medereizigers zijn al in Senegal, evenals de organisatoren van de reis: Victor Sams en Ousmane Seye. De vliegreis verloopt voorspoedig, met een tussenstop in Lissabon. Op Dakar-airport is het direct een drukte van jewelste. Aan alle kanten worden we bestormd door luid roepende mensen die ons willen ‘helpen’ de bagage te dragen, hun prachtige taxi aanbieden en op de meest charmante manieren ons welkom heten in Senegal. Dank u!
Het is inmiddels rond een uur of vier in de nacht. We gaan met een busje naar Somone, het dorpje waar we de komende twee weken zullen verblijven, vlakbij de stad M’Bour. Onderweg is er een ongeluk gebeurd, een auto ligt op zijn kant in de berm en we horen een Senegalese dame kermen. Binnen no-time is het een drukte van belang. We kijken of we hulp kunnen bieden, auto’s worden uit de weg gezet en vervolgens rijden we toch maar weer door. Wat kunnen we anders?
Aangekomen bij Villa Le Pélican, zoekt iedereen een kamer. Het is inmiddels rond half vijf in de ochtend, dus dan is slapen geen overbodige luxe. Bijna iedere kamer heeft een eigen douche, toilet en wastafel. De meegebrachte klamboe hangen we zelf op. Dit blijkt later echt nodig!
Zondag hebben we een vrije dag. Er moet door een aantal mensen geld gewisseld worden, dus op naar M’Bour. De straten zijn rijkelijk gevuld met paard en wagen, wandelende mensen met prachtig kleurrijke kleding aan en lieden die van alles proberen te verkopen: van fruit tot plastic, van houtsnijwerk tot vis.
Met een groep blanke, vermoeide mensen door zo’n handelsstadje lopen lijkt geen goed idee; we worden belaagd door agressieve straatverkopers, ‘gidsen’ en overige aanklampers. Victor, Ousmane en enkele hulp-Senegalezen probeert het zooitje in goede banen te leiden. Uiteindelijk is er geld gewisseld en een heel klein stukje M’bour verkend. Er zijn veel winkeltjes waar souvenirs gekocht kunnen worden; houten beeldjes en ander fraai houtsnijwerk, lederwaren, kleding, batik, gouden en zilveren sieraden, schilderijen, poppen en muziekinstrumenten. Dit alles wordt in grote getale aangeboden. De vissersmarkt direct aan het water is echter ook de moeite waard; er wordt gehandeld, schoongemaakt, gekeken en vervoerd, práchtig om deze bedrijvigheid te zien!
Terug bij villa le Pélican zitten er enkele mensen muziek te maken. De één na de ander pakt een djembé of dundoum, ongedwongen worden er diverse ritmes gespeeld. Een goed begin van de week!
Hoe ziet zo’n week eruit?
Woensdag, zaterdag en zondag zijn vrije dagen (zie bezienswaardigheden in de omgeving).
Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag is er (per dag) ongeveer twee uur dansles en twee uur djembé-/dundoumles. Tussendoor wordt er regelmatig op eigen initiatief muziek gemaakt (zonder dat er les is).
Over het algemeen wordt er eerst (heerlijk!) uitgeslapen, want de avonden zijn lang (soms érg lang) in Somone.
Het ontbijt wordt verzorgd door een aantal dames uit Senegal; stokbroodje, jam, chocopasta en pindakaas. Een enkele keer een eitje of een speciale lekkernij uit Senegal en natuurlijk een kopje koffie/thee. Water staat altijd op tafel voor vrij gebruik.
Na het ontbijt begint Edy, één van de djembé docenten, de boel bij elkaar te trommelen en langzamerhand schuift iedereen die mee wil doen, aan. In de loop van de week ontstaan er drie groepen omdat het verschil in ervaring/kennis/kunde te groot blijkt te zijn. Tussen de middag is er een rustperiode. Het weer is heerlijk, dus de één gaat naar het strand, liggen bakken, een ander gaat een eindje lopen, maakt onverwachts contact met een inwoner van Somone (gaat gemakkelijk en is erg leuk), de volgende neemt de taxi naar Saly om te kijken/shoppen of wat dan ook te doen. Een aantal enthousiastelingen vervolgt de dag met muziek maken en ritmes opschrijven.
De (warme) lunch is tussen één en drie; meestal rijst/couscous met prutje vis/ui/wortel/zoete aardappel/aubergine. Ben je er, dan eet je mee, ben je er niet, dan bewaren de dames wel wat voor je in de keuken. Prettig geregeld!
Aan het eind van de middag (tussen half vier en half vijf) start de dansles. Het gaat het er stevig aan toe. Het is fantastisch om te zien hoe men zich vrijelijk uitleeft; wát een bewegingen, passie en vrijheid wordt hier uitgedragen!
Tot aan het diner is iedereen vrij om zijn/haar tijd in te delen. Sommigen nemen in deze periode even de tijd om te e-mailen naar huis in het internet café, 10-15 minuten lopen vanaf Le Pélican.
Tussen acht en negen is het (warme) diner met elkaar. Het diner lijkt op de maaltijd die we ’s middags krijgen maar er wordt afgewisseld met (kip- en rund)vlees en vis.
Een enkele keer regelen Victor en Ousmane dat er iemand muziek komt spelen (kora, soort harpinstrument) tijdens het diner, práchtig! Na het eten worden er spontaan djembé’s gepakt en voor je er erg in hebt is het opnieuw een gezellige boel en wordt er gedanst en gepraat met elkaar tot in de late uurtjes.
Op zaterdagochtend vertrekken degenen die meewillen, naar Dakar. We gaan met een (voor onze begrippen gammele) minibus erheen; geld pinnen, even langs bij de familie van Ousmane en vervolgens met de boot naar Ile de La Goree.
Een aantal mensen gaan aan het begin van de avond terug naar Somone, een aantal blijven het weekend in Dakar en komen zondagavond weer terug.
De tweede week verloopt qua slapen, eten, drinken, djembé/danslessen en vrijetijdsbesteding ongeveer synchroon aan de eerste week. Wel kun je merken dat de groep hechter wordt met elkaar. Er wordt veel (diepzinnig) gepraat en de band versterkt zodoende met de dag. Er wordt gelachen en gehuild. Je bent wie je bent en dat is goed. Een bijzondere groeps-ervaring!
Het valt dan ook niet mee als de laatste avond aanbreekt. Afgesproken is, om een strandfeest te organiseren. Onze djembé-docent Julien moet ’s avonds nog optreden in een naburig hotel, zodoende kunnen we pas daarná beginnen, rond 12 uur ’s nachts. Djembé’s worden van de kamer gehaald, snacks en (alcoholische) dranken worden ingeslagen, het feest kan beginnen! Op het strand brandt inmiddels een groot vuur en er klinken opzwepende ritmes van de Afrikaanse druminstrumenten. Het duurt dan ook niet lang, voordat het feest losbarst. Er wordt getrommeld en gedanst. De sfeer is fantastisch! En het gaat maar door en door …
Diverse mensen zien het die nacht weer licht worden, welke de vertrekdag is naar Nederland. Gelukkig mogen we in Lissabon (tussenstop) een tijd wachten op de volgende vlucht, omdat we de aansluiting hebben gemist! We kunnen nu mooi met elkaar de reis evalueren en een groepsfoto maken. Uiteindelijk komen we in Nederland aan, geliefden worden omarmd, verhalen worden verteld. Het zit het er nu ECHT op…
Althans…. in TIJD, want in ieders hoofd heeft Sénégal wel ‘iets’ onuitwisbaars gebracht.
Nawoord:
Uiteraard worden niet allerlei persoonlijke details vermeld in dit verslag.
Iedereen heeft zijn/haar eigen verhaal.
Als de inhoud van dit verslag je aanspreekt, kan ik maar één ding adviseren:
Ga volgend jaar mee naar Sénégal!
Ervaar zélf de gevoelens, ideeën en gebruiken van dit prachtige land en láát je meevoeren in deze wereld van mysterieuze krachten en van een andere tijd!
Tekst en foto’s: Eveline Willemstein.
Recente reacties